Bosch Security Systems, Inc. 5 F.01U.164.861 | 3.0 | 2010.03
Instructies voor het vervangen van AutoDome-modules
Ga als volgt te werk om de koepel en diverse modules van de Bosch AutoDome te
vervangen.
1. De koepel vervangen
Koepel bij hangende montage
a. Draai de koepel iets linksom om de koepelvergrendeling voor te spannen.
b. Steek een klein formaat (2 mm) schroevendraaier in de vergrendelingsopen-
ing van de sierring van de koepel om de koepel te ontgrendelen. Verwijder ver-
volgens de schroevendraaier.
c. Draai de koepel ongeveer 20° linksom totdat de deze loskomt van de pendel-
behuizing en verwijder de koepel.
d. Plaats de vervangende koepel in de pendelbehuizing en draai de koepel
rechtsom totdat deze wordt vastgezet. Het vergrendelmechanisme maakt hier-
bij een klikgeluid.
Koepel bij plafondmontage
a. Draai de borgschroef van de sierring met een klein formaat (nr. 1) kruiskop-
schroevendraaier voldoende los om de koepel vrij te kunnen bewegen.
b. Draai de koepel ongeveer een kwartslag linksom totdat deze loskomt van de
plafondbehuizing en verwijder de koepel.
c. Plaats de vervangende koepel op de plafondbehuizing en draai deze ongeveer
een kwartslag rechtsom tot aan de aanslag. Draai vervolgens de borgschroef
vast.
2. De cameramodule vervangen ("hot swap")
a. Verwijder de koepel. Zie stap 1 hiervóór.
b. Druk de gele vergrendellip op de cameramodule in en draai de cameramodule
linksom totdat deze is uitgelijnd met het gele etiket op de CPU-printplaat.
c. Trek de cameramodule horizontaal los van de connector en verwijder de mod-
ule.
d. Lijn de gele vergrendellip van de vervangende cameramodule uit met het gele
etiket op de CPU-printplaat en plaats de cameramodule horizontaal op de
daarvoor bestemde connector op de CPU-module.
e. Draai de cameramodule rechtsom totdat deze vastklikt.
f. Vervang de koepel. Zie stap 1 hiervóór.
3. De CPU-module vervangen
a. Verbreek alle spanning naar de AutoDome. Voorzichtig: als de spanning niet is
UITGESCHAKELD kan de AutoDome ernstig beschadigd raken.
b. Verwijder de koepel. Zie stap 1 hiervóór.
c. Verwijder de cameramodule Zie stap 2 hiervóór.
d. Draai de drie schroeven van de CPU-module los met een kruiskopschroeven-
draaier (formaat nr. 2) totdat de schroeven nog net door de CPU-module
worden vastgehouden.
e. Trek de CPU-module van de connector en kantel de module om de pakking van
de behuizing vrij te maken.
f. Lijn de schroeven van de vervangende CPU-module uit met de gaten in de
behuizing en plaats de CPU-module op de daarvoor bestemde connector.
Draai vervolgens de drie kruiskopschroeven vast.
g. Vervang de cameramodule en de koepel. Zie stap 2 en 1 hiervóór.
4. De verwarmingsmodule vervangen (optioneel bij uitvoering voor hangende
montage buitenshuis)
a. Verwijder de koepel, de cameramodule en de CPU-module. Zie stap 1, 2 en 3
hiervóór.
b. Druk de twee vergrendellippen van de verwarmingsmodule samen tussen duim
en wijsvinger en verwijder de module.
c. Plaats de vervangende verwarmingsmodule op de pendelbehuizing voor
gebruik buitenshuis en let er daarbij op of de vergrendellippen vastklikken.
d. Vervang de CPU-module, de cameramodule en de koepel. Zie stap 3, 2 en 1
hiervóór.
5. De communicatiemodule vervangen
a. Verwijder de koepel, de cameramodule, de CPU-module en de optionele ver-
warmingsmodule. Zie stap 1, 2, 3 en 4 hiervóór.
b. Druk de vergrendellip met één hand van de module af terwijl u met de andere
hand de communicatiemodule lostrekt van de connector en verwijder de mod-
ule.
c. Lijn de vervangende communicatiemodule uit met de daarvoor bestemde con-
nector in de behuizing, waarbij het etiket van de module naar buiten is gericht,
en plaats de module op de connector. Let erop dat de vergrendellip de module
vastzet.
d. Vervang de optionele verwarmingsmodule, de CPU-module, de cameramodule
en de koepel. Zie stap 4, 3, 2 en 1 hiervóór.
Instrukcja wymiany modu³ów kamery AutoDome
Postêpowaæ zgodnie z poni¿szymi instrukcjami, aby wymieniæ kopu³kê oraz
ró¿ne modu³y kamery Bosch AutoDome.
1. Wymiana kopu³ki
Zestaw do zawieszania
a. Obróciæ kopu³kê w lewo, aby podwa¿yæ zatrzask.
b. Wsun¹æ ma³y (2 mm) œrubokrêt z p³askim ³bem w otwór w pierœcieniu
mocuj¹cym, aby zwolniæ zatrzask. Nastêpnie wysun¹æ œrubokrêt.
c. Obróciæ kopu³kê w lewo o ok. 20° do momentu uwolnienia jej z obu-
dowy i zdj¹æ kopu³kê.
d. Wsun¹æ zamienn¹ kopu³kê w obudowê do zawieszania i obróciæ w
prawo do momentu jej zablokowania. Mechanizm zatrzasku po
zablokowaniu wydaje odg³os œwiadcz¹cy o ustawieniu we w³aœciwym
po³o¿eniu.
Zestaw mocowany w suficie
a. Poluzowaæ wkrêt blokuj¹cy w pierœcieniu mocuj¹cym za pomoc¹ ma³ego
œrubokrêta Philips nr 1 tak, aby kopu³ka swobodnie obraca³a siê.
b. Obróciæ kopu³kê w lewo ok. 1/4 obrotu do momentu uwolnienia jej z
obudowy mocowanej w suficie i zdj¹æ kopu³kê.
c. Wsun¹æ zamienn¹ kopu³kê w obudowê mocowan¹ w suficie i obróciæ w
prawo o ok. 1/4 obrotu do momentu jej zatrzymania. Nastêpnie dokrêciæ
wkrêt blokuj¹cy.
2. Wymiana modu³u kamery (podczas pracy urz¹dzenia)
a. Zdj¹æ kopu³kê. P. wy¿ej krok 1.
b. Nacisn¹æ ¿ó³ty rygiel blokuj¹cy w module kamery i obróciæ modu³ w
lewo do momentu, kiedy rygiel znajdzie siê w jednej linii z ¿ó³tym znac-
znikiem na module procesora.
c. Wyci¹gn¹æ modu³ kamery ze z³¹cza i wyj¹æ z obudowy.
d. Ustawiæ w jednej linii ¿ó³ty rygiel w zamiennym module kamery oraz
¿ó³ty znacznik na module procesora i do³¹czyæ modu³ kamery do z³¹cza
w module procesora.
e. Obróciæ modu³ kamery w prawo do momentu jego zatrzymania.
f. Na³o¿yæ ponownie kopu³kê. P. wy¿ej krok 1.
3. Wymiana modu³u procesora
a. Wy³¹czyæ zasilanie kamery AutoDome. Uwaga: Jeœli zasilanie nie zost-
anie wy³¹czone, kamera AutoDome mo¿e zostaæ uszkodzona.
b. Zdj¹æ kopu³kê. P. wy¿ej krok 1.
c. Wyj¹æ modu³ kamery. P. wy¿ej krok 2.
d. Poluzowaæ trzy wkrêty w module procesora za pomoc¹ œrubokrêta
Philips nr 2 do momentu, kiedy wkrêty bêd¹ luŸno podtrzymywane przez
modu³ procesora.
e. Od³¹czyæ modu³ procesora od z³¹cza i obróciæ go, aby uzyskaæ dostêp
do uszczelki obudowy.
f. Ustawiæ wkrêty zamiennego modu³u procesora w linii z otworami w
obudowie i do³¹czyæ modu³ procesora do z³¹cza. Nastêpnie dokrêciæ trzy
wkrêty.
g. Do³¹czyæ modu³ kamery i na³o¿yæ kopu³kê. P. wy¿ej kroki 2 i 1.
4. Wymiana modu³u grzejnika (opcjonalnie dla modelu podwieszanego do
zastosowañ wewnêtrznych)
a. Wyj¹æ kopu³kê, modu³ kamery oraz modu³ procesora. P. wy¿ej kroki 1, 2
i 3.
b. Œcisn¹æ kciukiem oraz palcem wskazuj¹cym dwa rygle modu³u grze-
jnika i wyj¹æ modu³.
c. W³o¿yæ zamienny modu³ grzejnika do obudowy do zastosowañ
wewnêtrznych i upewniæ siê, czy rygle zosta³y zablokowane.
d. Do³¹czyæ modu³ procesora, modu³ kamery i na³o¿yæ kopu³kê. P. wy¿ej
kroki 3, 2 i 1.
5. Wymiana modu³u komunikacyjnego
a. Zdj¹æ kopu³kê, wyj¹æ modu³ kamery, modu³ procesora oraz opcjonalny
modu³ grzejnika. P. wy¿ej kroki 1, 2, 3 i 4.
b. Odchyliæ jedn¹ rêk¹ rygiel od modu³u i jednoczeœnie od³¹czyæ modu³ ze
z³¹cza drug¹ rêk¹, a nastêpnie wyj¹æ go.
c. Ustawiæ zamienny modu³ komunikacyjny w linii ze z³¹czem w obudowie
tak, aby etykieta na module by³a skierowana na zewn¹trz i do³¹czyæ
modu³ do z³¹cza. Upewniæ siê, czy rygiel zablokowa³ modu³.
d. W³o¿yæ opcjonalny modu³ grzejnika, do³¹czyæ modu³ procesora, modu³
kamery i na³o¿yæ kopu³kê. P. wy¿ej kroki 4, 3, 2 i 1.
NL
PL