Creative WS-6615 Saw User Manual


 
40
WS-6613 / WS-6613 / WS-6615X
ALGEMENE EILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Gereedschap moet altijd buiten bereik van kin-
deren worden opgeborgen. Laat het apparaat
niet gebruiken door personen die het apparaat niet
kennen of geen kennis hebben genomen van deze
veiligheidsvoorschriften. Gereedschap is gevaar-
lijk in de handen van onervaren personen.
Houd uw apparaten in goede staat van wer-
king. Controleer de uitlijning van de bewegende
delen. Kijk of er geen onderdelen gebroken zijn.
Controleer de montage en alle andere elementen
die de goede werking van het gereedschap kun-
nen beïnvloeden. Als er iets beschadigd is, dient u
uw apparaat eerst te laten herstellen voordat u het
weer gebruikt. Ongelukken zijn vaak te wijten aan
de slechte staat van onderhoud van het gereeds-
chap.
Houd uw gereedschap altijd scherp en schoon.
Als het mes van uw snijgereedschap goed scherp
en schoon is, bestaat er minder kans dat het
geblokkeerd raakt en kunt u uw apparaat beter in
uw macht houden.
Neem deze veiligheidsvoorschriften in acht als
u het apparaat, de accessoires, de hulpstuk-
ken, enz. gebruikt en houd daarbij rekening met de
bijzondere eigenschappen van uw apparaat, de
plek waar u werkt en het soort werk dat u doet.
Gebruik uw elektrisch apparaat uitsluitend voor de
toepassingen waarvoor het bestemd is om gevaar-
lijke situaties te vermijden.
REPARATIES
Eventuele reparaties moeten door een ges-
choolde vakman worden uitgevoerd en uitslui-
tend met gebruik van originele reservedelen. Zo
kunt u uw elektrisch apparaat veilig gebruiken.
SPECIFIEKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
VOOR CIRKELZAGEN
Houd uw handen uit de buurt van de zaagzone
en van het zaagblad. De hand waarmee u niet de
hoofdhandgreep vasthoudt moet de hulphandg-
reep vasthouden of op de motorombouw rusten.
Op die manier loopt u niet het gevaar dat uw han-
den in zaagzone in het zaagblad komen.
Ga niet met uw handen langs de onderkant van
het werkstuk want de beschermkap bedekt niet
het werkstuk aan de onderkant van het werks-
tuk.
Stel de zaagdiepte af al naar gelang de dikte van
het werkstuk. De tanden van het zaagblad mogen
niet geheel onder het werkstuk uitkomen tijdens het
zagen.
Houd het werkstuk NOOIT met uw hand of tus-
sen uw benen vast. Maak het vast op een sta-
biele ondergrond. Het is uiterst belangrijk dat het
werkstuk goed is vastgemaakt om geen verwon-
dingen op te lopen en het zaagblad niet te verbui-
gen of de macht over het zagen te verliezen.
Houd het apparaat aan geïsoleerde delen vast
als u in een oppervlak zaagt waarin zich even-
tueel elektrische leidingen kunnen bevinden.
Door aanraking met onder stroom staande draden
kunnen de metalen delen stroom gaan voeren en
een elektrische schok veroorzaken.
Gebruik altijd een parallelgeleider of een rech-
te lat bij het schulpen. Zo werkt u veel nauwkeu-
riger en voorkomt u dat het zaagblad wordt verbo-
gen.
Gebruik altijd zaagbladen die qua grootte en
vorm geschikt zijn voor de dikte van de as.
Zaagbladen die niet geschikt zijn voor de as waarop
ze moeten worden gemonteerd zullen niet op de juis-
te manier ronddraaien en u de macht over het appa-
raat doen verliezen.
Gebruik nooit schroeven of flenzen van defec-
te of verkeerde zaagbladen. De flenzen en de
zaagbladschroeven zijn speciaal bedoeld voor uw
type zaagmachine en verschaffen optimale zeker-
heid en prestaties.
Controleer steeds of de onderste zaagblad-
beschermkap wel goed het zaagblad bedekt
voordat u het apparaat gebruikt. Gebruik de
zaagmachine niet als de onderste zaagblad-bes-
chermkap niet vrij kan worden bewogen en als het
niet onmiddellijk over het zaagblad terugklapt.
Blokkeer of bevestig de onderste zaagblad-bes-
chermkap nooit in de geopende stand. Als de
zaagmachine per ongeluk valt, zou de onderste
zaagbladbeschermkap verbogen kunnen worden.
Zet de onderste zaagbladbeschermkap met
behulp van de knop omhoog en controleer of de
kap zonder moeite kan worden bewogen en nooit
met het zaagblad of enig ander onderdeel in aan-
raking komt, ongeacht de zaaghoek of de zaag-
diepte.
Controleer of de veer van onderste zaagblad-
beschermkap in goede staat verkeert en naar
behoren werkt. Als de onderste zaagblad-bes-
chermkap of de veer niet goed werken, dient u
deze te laten repareren of te vervangen voordat u
de zaagmachine gaat gebruiken. De vrije bewe-
ging van de onderste zaagbladbeschermkap kan
worden gehinderd door beschadigde onderdelen,
afgezette hars of opgehoopt zaagsel.
De beschermkap mag alleen voor bijzondere
zaagsneden handmatig open worden gehou-
den, zoals bij het laten indalen van het zaag-
blad of bij schuinverstekzagen. Zet de onderste
beschermkap omhoog aan de knop. Daarna dient
u de onderste zaagbladbeschermkap meteen los
te laten zodra het zaagblad in het werkstuk dringt.
Voor alle andere typen zaagsneden regelt de
onderste zaagbladbeschermkap zich zelf automa-
tisch.
NL