Hitachi DV 18DL Cordless Drill User Manual


 
Nederlands
46
OPMERKING
De tijd voor het opladen verschilt afhankelijk van
de omgevingstemperatuur en het spanningsvoltage.
4. Trek de stekker van het oplaadapparaat uit het
stopkontakt
5. Houd het oplaadapparaat stevig vast en trek de
batterij er uit
OPMERKING
Verwijder na gebruik eerst de batterijen uit de lader
en bewaar de batterijen op de juiste manier.
Betreffende het ontladen raken van nieuwe batterij
e.d.
Aangezien bij nieuwe en langdurig niet gebruikte
batterij de chemische aktiviteit is teruggelopen, zal
de stroomopbrengst bij het eerste en tweede gebruik
slechts gering zijn. Dit is een tijdelijk verschijnsel;
de normale oplaadtijd kan hersteld worden door de
accu 2 à 3 maal bij kamer-temperatuur op te laden.
Om langdurig gebruik van de batterij te bevorderen
(1) Laad batterij op vóórdat ze volledig uitgeput zijn.
Merkt u dat de gevoede apparatuur minder krachtig
gaat werken, onderbreek dan het gebruik en laad
de batterij op. Als u apparatuur op batterijvoeding
te lang blijft gebruiken, kan dit leiden tot teruglopen
van de batterijwerking en eventueel zelfs
beschadiging ervan.
(2) Verricht het opladen niet bij hoge temperatuur.
Een oplaadbare batterij zal onmiddellijk na gebruik
gewoonlijk erg warm zijn. Als u een dergelijke batterij
onmiddellijk gaat opladen, zal de chemische balans
in het inwendige verstord worden en zal de
levensduur van de batterij afnemen. Laat de batterij
daarom even afkoelen, voor u met opladen begint.
LET OP
Wanneer de batterijlader onafgebroken wordt
gebruikt, zal deze warm worden, waardoor fouten
worden veroorzaakt. Nadat het laden is voltooid,
wacht u best 15 minuten tot de volgende lading.
Als de batterij wordt herladen wanneer ze warm is
door batterijgebruik of blootstelling aan zonlicht,
kan het controlelampje groen oplichten.
De batterij wordt niet herladen. Laat in dat geval
de batterij afkoelen voor het laden.
Wanneer het controlelampje snel in rood knippert
(vijfmaal per sekonde), neem de batterij dan uit het
oplaadapparaat en controleer de opening van de
laatste dan op de aanwezigheid van een voorwerp
dat er niet hoort. Is er geen voorwerp in de opening
aanwezig, dan is de storing waarschijnlijk te wijten
aan de oplaadbare batterij of het oplaadapparaat.
Laat deze dan controleren door een bevoegde
onderhoudsinstantie.
VOOR HET GEBRUIK
1. Gereedmaken en kontroleren van de werkplaats
Kontroleer of de werkplaats geschikt is door
nauwkeurig de genormde voorzorgsmaatregelen op
te volgen.
BEDIENING
1. Kontroleer de stand van de boorkap (Zie Afb. 4)
De drie functies, schroevendraaier, boor en klopboor,
kunnen worden ingesteld via de stand van de kap
van de machine.
(1) Wanneer u deze machine als schroevendraaier
gebruikt, dient u één van de nummers „1, 4, 7 …
22” op de kap, of één van de zwarte stippen, in
lijn te brengen met de driehoek op de behuizing.
(2) Bij gebruik van deze machine als boor plaatst u de
boor-markering „
” op de kap tegenover het
driehoekje op de machine.
(3) Voor gebruik als klopboormoet u de “
” hamer
markering op de kap in lijn brengen met het
driehoekje op de behuizing van de machine.
LET OP
De kap kan niet worden ingesteld tussen de
nummers „1, 4, 7 … 22” of de zwarte stippen.
Gebruik de machine niet met de kap tussen „22”
en de zwarte lijn midden op het boorteken. Dit kan
resulteren in beschadiging (Zie Afb. 5).
2. Afstelling van het aantrekkoppel
(1) Aantrekkoppel
Instelling van het aantrekkoppel van de boor dient
te gebeuren op basis van de schroefdiameter. Wan
neer teveel kracht bij het aandraaien gebruikt wordt,
zal de schroef beschadigd en misschien onbruikbaar
worden. Plaats de boorkap in een stand die
overeenkomt met het soort schroef in gebruik.
(2) Aanduiding van het aantrekkoppel
Het aantrekkoppel verschilt afhankelijk van het type
schroef en het soort materiaal dat wordt vastgezet.
De nummers „1, 4, 7 … 22” en de zwarte stippen
op de kap geven de aandraaikracht aan. Het
aantrekkoppel bij stand „1” is het kleinst en het
koppel is groter naarmate het nummer oploopt (Zie
Afb. 4).
(3) Afstellen van het aantrekkoppel
Verdraai de kap en breng de nummers „1, 4, 7 … 22”
of de zwarte stippen in lijn met de driehoek op de
behuizing. Draai de kap in de richting van een
zwakker of sterker aantrekkoppel overeenkomstig
het koppel dat u nodig heeft.
LET OP
Het kan voorkomen dat de motor stopt wanneer het
apparaat als een boor gebruikt wordt. Zorg ervoor
dat de klop-boor-schroefmachine niet vastloopt
tijdens gebruik.
Wanneer te lang gedraaid wordt kan de schroef
breken.
3. Wisseling van rotatie naar impakt en uitsluitend
rotatie (Zie Afb. 4)
U kunt van „Rotation (uitsluitend rotatie)” naar
„Impact (impakt + rotatie)” schakelen door de
boormarkering „
” of de hamermarkering „ ” in
lijn te brengen met de driehoek markering op de
machine.
Voor het boren van gaten in metaal, hout of plastic,
moet u „Rotation (uitsluitend rotatie)” gebruiken.
Voor het boren van gaten in steen of beton, moet
u „Impact (impakt + rotatie)” gebruiken.