46
5.2 Schuinverstelling
Na het los zetten van de klemhendel (in het stelwiel) kan het zaagblad door het
stelwiel te draaien, tot 45° opzij gekanteld worden.
Maatgevend is de skala streep rechts van de wijzer.
- Na verstelling de klemhendel weer vast zetten.
Let op ook het schuinstellen van het zaagblad uitsluitend met stilstaande
machine uitvoeren.
4 Aansluiting op het stroomnet
- Dit apparaat moet via een een aardlekschakelaar met 30 mA verliesstroom-uitschakeling worden aangesloten.
- Beschadigde aansluitingen moeten onverwijld worden vervangen.
Het werken met beschadigde aansluitkabels is levensgevaarlijk en bijgevolg verboden.
- Kinderen mogen met dit apparaat niet werken.
Vergewis U er van alvorens de machine in gebruik te nemen of de op het motorschildje aangeduide spanning en frekwentie
met de netspanning en frekwentie overeenstemt.
Voor de aansluiting op het net heeft men voor de PK 300/4200 DNB een vijfdraadse kabelaansluiting met CEE-veiligheids-
stopkontakt van 16 A. (behoort tot de levering)
Gebruikt men een verlengsnoer met een geringe doorsnede en grote lengte, dan kan er een spanningsverlies optreden dat
nadelig is voor het opgang komen en tevens opwarmen van de motor veroorzaken.
Het net-stopkontakt, waar de machine op wordt aangesloten moet volgens de voorschriften geaard worden en met ten minste
16 A trage smeltzekeringen of beveiligingsschakelaar uitgerust zijn.
Opgelet! Voordat men het zaagblad bevestigt en verwisselt moet men de netstekker uittrekken. Dit geldt ook alvorens men
de machine stopzet, er veranderingen aanbrengt of bij reparaties. Staat men aan de linkerzijde van de zaag dan moet het
zaagblad met de klok mee, d.w.Z. naar rechts draaien. Bij de draaistroommachine van het type PK 300/4200 DNB moeten
om de draairichting te veranderen twee van de stroomgeleiders (zwart en/of bruin) verwisseld worden. Verwissel nooit de
geel-groene aarding met een stroomkabel. De elektrische aansluiting moet steeds door een elektro-vakman gebeuren.
Opgelet! Wanneer het zaagblad in de verkeerde richting draait kunnen er ongelukken gebeuren. Wil men de juiste
draairichting kennen laat men de zaag heel kort aandraaien. In dat geval mag het zaagblad niet gemonteerd zijn.
4.1 Schakelaar/beveiliging tegen overbelasting
Zolang de cirkelzaagmachine nog niet op het stroomnet is aangesloten kan de
schakelaar ook niet gebruikt worden. Bij overbelasting van de motor schakelt de
ingebouwde motorbeveiliging de machine uit. Men mag de door overbelasting
verhitte motor pas na een stop van ca 5 minuten opnieuw starten. De
motorbeveiliging reageert bij draaistroommachines ook na een faseuitval. Bij
een stroomuitval wordt de schakelaar d.m.v; een ingebouwd onder-
spanningsrelais automatisch geopend, d.w.z. de machine moet na het weer
regelen van de stroomvoorziening opnieuw gestart worden. Het licht zoemen
van het onderspanningsrelais in uitgeschakelde toestand van de machine is
normaal.
- Met een hangslot bij de schakelaar kan de machine beveiligd worden tegen
misbruik.
5 Bedieningselementen
5.1 Hoogteregeling van het zaagblad
De hoogte-instelling geschiedt door draaien aan het handwiel.
Rechts = zaaghoogte plus
Links = zaaghoogte minus
De zaaghoogte altijd van onderaf instellen om eventuele speling te voorkomen.