Hitachi CJ 90VST Cordless Saw User Manual


 
Nederlands
31
3. Verlengsnoer
Wanneer het werkterrein niet in de buurt van een
stopcontact ligt, dan moet men gebruik maken van
een verlengsnoer, dat voldoende dwarsprofiel en
voldoende nominaal vermogen heeft. Het
verlengsnoer moet zo kort mogelijk gehouden
worden.
4. Vrijgekomen stof tijdens het zagen
De stof die tijdens het zagen vrijkomt kan de
gezondheid van de gebruiker benadelen. Wij
adviseren dat u de volgende voorzorgsmaatregelen
neemt.
a) Draag een stofmasker
b) Gebruik een externe stofverzamelaar
Wanneer u een externe stofverzamelaar gebruikt, dan
moet de adapter op de slang van de stofverzamelaar
worden aangesloten.
5. Verwisselen van bladen
(1) Open de hendel tot aan de aanslag. (Afb. 1-I)
(2) Verwijder het huidige blad.
(3) Breng het nieuwe blad in de bladhouder tot aan de
aanslag. (Afb. 1-II)
(4) Sluit de hendel. (Afb. 1-III)
LET OP:
U moet de stroom UIT schakelen en de stekker uit het
stopcontact halen voor u de bladen gaat verwisselen.
Open de hendel niet wanneer de plunjer nog beweegt.
OPMERKING:
Controleer of de uitsteeksels van het blad goed in de
bladhouder zitten. (Afb. 2)
Controleer of het blad in de groef van de rol valt. (Afb.
3)
6. Het instellen van de arbeidssnelheid van het zaagblad
Deze decoupeerzaag is uitgerust met een elektrisch
regelingscircuit hetgeen traploze snelheidsregeling
mogelijk maakt. Draai de schijf, getoond in
Afb. 4, om de snelheid in te stellen. Wanneer de schijf
op „1” is gezet, funktioneert de zaag met de minimum
snelheld (850min
–1
). Wanneer de schijf op „5” is gezet,
funktioneert de zaag met de maximum snelheid
(3000min
–1
). Stel de snelheid overeenkomstig de te
behandelen materialen en de werkingsefficientie in.
LET OP:
Bij lage draaisnelheden (instelling: 1 of 2), kan geen
hout gezaagd worden met een dikte van 10 mm of
meer of staal met een dikte van 1 mm of meer.
7. Instellen van de baanfunktie
(1) Deze decoupeerzaag is voorzien van een pendelfunctie
waarbij het zaagblad voor- en achterwaarts beweegt,
en op en neer.
Zet de omstelknop die wordt aangetoond in
Afb. 5 op „0” om de baanfunktie te minimalizeren (het
zaagblad beweegt slechts op en neer). De baanfunktie
kan worden gekozen in vier stappen van „0” to „III”.
(2) Verminder de baanfunktie voor harde materialen,
zoals staalplaat, enz. Verhoog de baanfunktie om de
werkingsefficientie te verhogen voor de zachte
materialen, zoals hout, platic, enz. Verminder de
baanfunktie voor het nauwkeurig zagen.
8. Zagen van roestvrije staalpalten
Deze decoupeerzaag kan roestvrij stalen platen zagen
indien uitgerust met een No. 97 zaagblad. Lees
zorgvuldig de paragraaf „Betreffende het zagen van
roestvrije staalplaten” voor de juiste werkwijze.
9. Anti-splinterstuk
Door bij het zagen van hout het anti-splinterstuk te
gebruiken, kunt u het splinteren van het oppervlak
tegengaan.
Steek het anti-splinterstuk op de voetplaat en druk het
stevig vast. (Zie Afb. 6)
10.Onder-voetplaat
Met de onder-voetplaat (staal) vermindert u de kans
op krassen van de aluminium voetplaat, vooral bij het
zagen van metaal.
Met de onder-voetplaat (kunststof) vermindert u de
kans op krassen van het werkoppervlak. Bevestig de
onder-voetplaat aan de onderkant van de voetplaat
met de 4 meegeleverde schroeven.
11.RCD
Het gebruik van een reststroomapparaat met een
nominale reststroom van 30 mA of minder wordt
aanbevolen.
ZAGEN
LET OP:
Om te voorkomen dat het blad loskomt en dat de
plunjer beschadigd raakt of te snel verslijt, moet u
ervoor zorgen dat het oppervlak van de basisplaat het
werkstuk raakt terwijl u aan het zagen bent.
1. Zagen met de parallelgeleider
Wanneer u een rechte lijn wilt zagen, kunt u het beste
eerst een lijn aftekenen en deze volgen bij het zagen.
Met de geleider (los verkrijgbaar) kunt u gemakkelijk
in een rechte lijn zagen.
(1) Draai de bout van de voetplaat los met de inbussleutel.
(Afb. 7)
(2) Doe de voetplaat helemaal naar voren (Afb. 8) en draai
de bout van de voetplaat weer vast.
(3) Bevestig de geleider door deze in het bevestigingsgat
in de voetplaat te steken en draai de M5 bout vast.
(Afb.9)
(4) Zet de pendelinstelling op „0”.
OPMERKING:
Om accuraat te kunnen zagen met de geleider (Afb.
9), moet de pendelinstelling op „0” gezet worden.
2. Het zagen van kromme lijnen
Bij het zagen van een kleine cirkelboog wordt de
snelheid, waarmee de machine naar voren schuift,
verminderd. Wanneer de machine te snel naar voren
geschoven wordt, zou dat tot een breuk van het
zaagblad kunnen leiden.
3. Het zagen van cirkels of een cirkelboog
De geleider is ook handig bij het zagen van cirkels.
Nadat u de geleider heeft bevestigd op de hierboven
beschreven manier, kunt u een spijker of schroef in
uw werkstuk vastmaken door het gat in de geleider
en deze zo als spil gebruiken bij het zagen van een
cirkel. (Afb. 10)
OPMERKING:
Het zagen in een cirkel moet zo veel mogelijk gebeuren
met het blad verticaal ten opzichte van het ondervlak
van de voetplaat.
4. Het zagen van metaal
(1) Zet de snelheidsinstelling tussen „3” en „4”.
(2) Zet de pendelinstelling op „0” of „I”.
(3) Gebruik altijd de juiste zaagvloeistof (zaagolie, sop
enz.). Wanneer u geen zaagvloeistof heeft, kunt u vet
aanbrengen op de achterzijde van het te zagen
materiaal.
05Ned_CJ90VST_WE 6/7/11, 9:3731