Wagner SprayTech W 687E D/GB/F/NL Paint Sprayer User Manual


 
NL
54
W 687 E
Instelling van de luchthoeveelheid (Afb. 9)
Afhankelijk van de viscositeit (vloeibaarheid) van het te verspuiten materiaal en de aard van
het te coaten object kan het zinvol zijn de luchthoeveelheid te variëren. Zeer dunvloeibare
materialen, zoals waterige beits, hoeven niet met de maximale luchthoeveelheid te worden
verstoven. Het is aan te raden daarbij de luchthoeveelheid te reduceren en daardoor de
spuitnevel te minimaliseren.
Dat geldt ook bij gebruik van de spuitopzet voor kleine hoeveelheden en de radiator-/
detailspuitopzet (accessoires).
- naar rechts draaien minder lucht
+ naar links draaien meer lucht
Spuittechniek
a) Bij dunvloeibare coatingmaterialen
Het spuitresultaat wordt grotendeels bepaald door hoe glad en schoon het te spuiten
•
oppervlak vooraf is gemaakt. Behandel het oppervlak daarom zorgvuldig voor en houd
het stofvrij.
Dek oppervlakken die niet moeten worden gespoten af.
•
Dek schroefdraden en dergelijke aan het spuitobject af.
•
i
Een spuitproef op karton of iets dergelijks is aan te bevelen om de
juiste instelling voor het spuitpistool te bepalen.
Belangrijk: Begin buiten het te spuiten oppervlak en voorkom
onderbrekingen binnen het te spuiten oppervlak.
Een spuitproef op karton of iets dergelijks is aan te bevelen om de juiste instelling voor
•
het spuitpistool te bepalen.
Belangrijk: Begin buiten het te spuiten oppervlak en voorkom onderbrekingen binnen
het te spuiten oppervlak.
De spuitbeweging moet niet met de pols worden uitgevoerd, maar met de arm. Zo blijft
•
tijdens het spuiten de afstand tussen het spuitpistool en het oppervlak altijd gelijk. Kies
een afstand van 5 - 15 cm, afhankelijk van de gewenste straalbreedte.
Afb. 10 A: GOED gelijkmatige afstand tot het object.
Afb. 10 C: FOUT ongelijkmatige afstand leidt tot een ongelijkmatig resultaat.
Beweeg het spuitpistool gelijkmatig heen en weer of op en neer, afhankelijk van de
•
instelling van de spuitstraalvorm.
Gelijkmatige bewegingen met het spuitpistool geven een uniforme opper-
•
vlaktekwaliteit.
Reinig spuitkop en luchtkap met oplosmiddel resp. water wanneer zich daarop materiaal
•
heeft opgebouwd.