WAGNER Project Pro 117 - 0418B
56
Montage
Figuur 2 - De slang aansluiten
Gevaar
Zorg ervoor, dat de pomp is uitgeschakeld (positie O) en
het spuittoestel van het stroomnet is losgekoppeld.
1. Draai de hogedrukslang op het spuitslangaansluitstuk. Draai
deze vast met een verstelbare sleutel.
2. Draaihetandereuiteindevandeslangophetspuitpistool.•
Houd het spuitpistool met een verstelbare schroefsleutel op
het handvat vast en draai de moer van de slang vast met de
andere.
i
Het spuitmondstuk mag pas worden aangesloten
nadat de spuit en de spuitslang zijn schoongeblazen en
geprepareerd.
Figuur 3 - De aanzuigset aansluiten
1. Haal de dop van de inlaatklep (a). Draai de aanzuigslang op de
inlaatklep draai deze stevig handvast aan. Zorg ervoor dat het
geheel ongehinderd kan draaien.
2. Schuif de retourslang in het retouraansluitstuk.
Voordat u begint
Voorbereiden van het materiaal
Met de Project Pro 117 kunnen binnenwandverven, lakken en
lazuurverven onverdund of licht verdund worden verspoten.
Gedetailleerde informatie vindt u in het technische datablad van de
fabrikant ( downloaden via internet).
1. Roer het materiaal grondig op en verdun het in het gebinte
conform de verdunningsaanbeveling (voor het omroeren
wordt een roermachine aanbevolen).
Verdunningsadvies
Te verspuiten materiaal
Beits onverdund
Houtveredelingsmiddel ,
beits, olie, desinfectiemiddel,
plantenbeschermingsmiddel
onverdund
Oplosmiddelhoudende of waterverdunbare
lak, grondverf, autolak, hoogviskeuze beits
5 - 10% verdunnen
Binnenwandverf (dispersies en latexverf) 0 - 10% verdunnen
2. Maak een spuitproef (b.v. op een stuk karton).
i
Bij een gelijkmatige spuitproef zoals in afbeelding 11
A zijn alle instellingen correct.
Vertoont de spuitproef “kantstrepen” zoals in
afbeelding 11 B, verhoog dan trapsgewijs de druk of
verdun verder in stappen van 5%.
Figuur 4 - Het spuitpistool vergrendelen
Gevaar
Zet de trekker altijd vast in de vrije stand wanneer u
het spuitmondstuk aanbrengt of wanneer het
spuitpistool niet in gebruik is.
1. Het pistool is vergrendeld wanneer de trekkervergrendeling
zich onder een hoek van 90° (haaks) bevindt ten opzichte van
de trekker.
Figuur 5 - Drukontlastingsprocure
Gevaar
Vergeet niet de drukontlastingsprocedure uit te
voeren wanneer u het toestel om welke reden dan
ook afsluit. Deze procedure wordt gebruikt voor het
ontlasten van de druk in de spuitslang.
1. Vergrendel het spuitpistool. Zet de schakelaar AAN/UIT op de
stand UIT (O).
2. Zet de knop PRIME/SPRAY op PRIME.
3. Ontgrendel het spuitpistool en schiet het spuitpistool af tegen
de zijkant van het materiaalvat. Vergrendel het spuitpistool.
Prepareren
Figuur 6 - Preparatie voorbereiden
1. Spuit een beetje olie uit het toegevoegde esje in de
gemarkeerdeopening(tip:hettoesteldaarbijnaarachteren
kiepen). Zonodig kunt u ook een lichte huishoudelijke olie
gebruiken.
2. Duw de Quicko™-klep volledig in zodat de inlaatbal vrij is.
Figuur 7 - De spuit prepareren
1. Plaats een vol vat met spuitmateriaal onder de aanzuigslang
(a). Zet de retourslang (b) vast in een afvalvat.
2. Zet de PressureTrac™ op maximum druk (+).
3. Zet de knop PRIME/SPRAY op PRIME.
4. Sluit de spuit aan op het stopcontact en zet de AAN/UIT-
schakelaar op de stand AAN (I).
i
Het toestel begint materiaal aan te zuigen in de
aanzuigslang, de via de retourslang naar buiten. Laat
het toestel lang genoeg draaien om restvloeistoen uit
de pomp te verwijderen totdat het spuitmateriaal weer
door de retourslang naar buiten komt.
5. Schakel de pomp UIT (O). Haal de retourslang uit het
afvalvat en plaats deze in de werkstand boven het vat met
spuitmateriaal. Bind de twee slagen samen met de metalen
klem.
Figuur 8 - De spuitslang prepareren
1. Ontgrendel het spuitpistool en zet de knop PRIME/SPRAY op
PRIME.
i
Sluit het spuitmondstuk niet aan tijdens het
schoonblazen van de spuitslang.
2. Trek de trekker aan en richt het spuitpistool op een zijwand
van een afvalvat. Bij gebruik van materiaal op oliebasis moet
het spuitpistool worden geaard tijdens het schoonblazen (zie
onderstaande waarschuwing).
Toepassingsbereik
Coaten van wanden binnenshuis alsook kleine en middelgrote
objecten buitenshuis (bijv. schuttingen, garagedeuren etc.).